In de Zembla-uitzending “Nederland agressieland” luidde personeel uit verschillende sectoren de noodklok over toenemende agressie. De cijfers zijn fors: tussen 2017 en 2024 zien we stijgingen van 30% (jaarcijfers politie) tot 70% (NS jaarverslagen) of zelfs een verdubbeling (o.b.v. diverse jaarverslagen ziekenhuizen, zoals ZGT).
Het debat over de oorzaken van de toenemende agressie is fel. Vooral als migratie aangehaald wordt, laait het vuur snel op.
Laten we daarom de zaken eens omdraaien. In plaats van te wijzen naar allochtone groepen die óververtegenwoordigd zijn in geweld- en agressiecijfers, is er ook één groep met niet-Westerse achtergrond die juist structureel twee tot drie keer beter scoort dan autochtone Nederlanders: Japanners! Hoe kan dit, en wat kunnen wij van Japanners leren over ons agressieprobleem?
Het zit niet in inkomen of opleiding. Mensen met een Japanse achtergrond hebben geen verhoogde arbeidsdeelname ten opzichte van autochtonen (eerder iets lager).
Het zit ook niet in een selectie-effect van Japanners die emigreren: de gunstige statistieken vind je ook in Japan zelf. Zo is het moordcijfer in Japan het laagste ter wereld, drie keer zo laag als bij ons.
Het zit wél in de cultuur. Japanners zijn beleefder en correcter. Een onderzoeker legde ooit portemonnees en telefoons als ‘verloren voorwerp’ neer op straat in Tokyo én New York, en vergeleek hoeveel daarvan hij terug kreeg. Het resultaat was dat in Tokyo vrijwel alles werd teruggegeven – en vrijwel niets in New York.
De diepere wortels van de Japanse beleefdheid zitten in de 17e t/m 19e eeuw (maar wellicht ook al eerder). Er kwamen strikte gedragsregels over o.a. kledingvoorschriften. Geweld werd zwaar bestraft, en sociale hiërarchie, etiquette en zelfbeheersing werden sterk geformaliseerd. Kortom: het indammen van agressie was letterlijk het staatsbeleid. Gedrag dat in Europa werd gezien als zwak of naïef (conflict vermijden, beleefdheid, indirectheid) werd in Japan een teken van volwassenheid en beschaving. Agressie werd er niet alleen ontmoedigd, maar cultureel onwenselijk gemaakt.
Tegenwoordig staan de Japanse omgangsnormen nog altijd bekend als zeer beleefd. Zo is het gebruikelijk om niet het parkeervak dicht bij de ingang te kiezen, maar juist verder af om anderen de kortste looproute te gunnen. Bij het WK voetbal in 2022 was het vak met Japanse supporters na afloop spic en span. Uniek in onze belevingswereld. Er is een groot plichtsbesef en respect voor autoriteit. Aan ziekenhuismaaltijden wordt de hoogste aandacht besteed. Waar bij ons kraamvrouwen zo snel mogelijk weer aan het werk moeten, is er in Japan de focus op rust en herstel (ansei). Het klinkt klein, maar het laat zien hoe diepgeworteld het streven naar harmonie is.
Japanners zijn beleefd: so what?! Het verschuift het gesprek van schuld naar oplossingen. In plaats van te blijven hangen in “wie veroorzaakt het probleem?” kunnen we de vraag stellen: “hoe kunnen we aan een cultuur werken die agressie tegengaat?”. Het Japanse voorbeeld gaat uiteindelijk niet over Japan, maar over Nederland.
Hoewel de trend van agressie nu tegen ons is, is er toch hoop. De basis is er, zowel vanuit christelijk-conservatief perspectief (stabiele opvoeding, nederigheid, dienstbaarheid, naastenliefde) als vanuit progressief perspectief (iedereen veilig en met respect behandelen). Precies dáár ligt de kans voor verbinding in onze gepolariseerde samenleving: een gezamenlijk gesprek over oplossingen voor een probleem dat iedereen treft. Een gesprek over wat wij onze kinderen meegeven: leren we hen empathie, respect en zelfbeheersing, of stimuleren we juist het tegenovergestelde door onze eigen irritaties, korte lontjes en competitiedrang? Hoe kunnen wij als ouders, opvoeders en samenleving gewoonten en normen neerzetten die niet alleen het individu vormen, maar ook de collectieve harmonie versterken?
Kortom: als we de trend van agressie willen keren waarmee dit artikel begon, kunnen we ons geen afwachtende houding meer permitteren. Laten we doen wat Japan ooit deed: gedragsnormen en -waarden weer bovenaan het maatschappelijke én politieke prioriteitenlijstje zetten. En misschien blijkt dan dat de écht grote verandering niet buiten ons ligt, maar precies daar waar we beginnen: bij onszelf.
Egbert Clevers, 27 nov 2025
